Shy is een getroebleerde puber met typische puberproblemen en bijhorend pubergedrag. Om tegenwicht te bieden aan zijn aanhoudende onzekerheid rookt hij als een turk en verliest hij zich het liefst in de knetterende beats die zijn koptelefoon uitbraakt. Hij wil veel en alles tegelijk: een tattoo, gezelschap, een groeischeut, een auto, gezichtsbeharing, een vriendin en… seks. Echte seks. Dat laatste heeft hij nog niet gehad, omdat zijn erecties altijd op het verkeerde moment lijken te komen. Pubers …
Minder typisch zijn de stemmingswisselingen waaraan hij soms haast ten onder gaat. Shy leeft in Laatste Kans, een tehuis voor moeilijk opvoedbare jongeren, want hij heeft zichzelf even vaak niet als wel in de hand. Laatste Kans draagt een dubbele lading: niet alleen is de toekomst van de instelling hoogst onzeker, de jongeren die er hun dagen slijten, beseffen maar al te goed dat de naam ook op hen slaat: hun verblijf in de instelling is de allerlaatste kans op een normaal leven later. Later, wanneer dat ook mag zijn. En normaal, wat dat ook mag inhouden.
Shy wordt aangekondigd als een verhaal van een paar opmerkelijke uren uit het leven van een tiener die de nacht in wandelt en luistert naar het stemmenorkest in zijn hoofd: de kijvende stemmen van zijn leraren, de ongeruste stem van zijn moeder, het gekwetter van de mensen die hij pijn heeft gedaan én van de mensen die van hem proberen te houden. De novelle leest als een danteske afdaling in het gevoelsleven van een puber die gebukt gaat onder tal van opgekropte gevoelens (woede, onbehagen, frustratie, tomeloos verdriet) en van de weeromstuit zijn leven en zichzelf radicaal in vraag stelt.
Flarden
Verwacht nevenschikkingen, parallelle observaties en associaties - alles door en naast en over elkaar, ook binnen de zinnen zelf. In de hersenpan van Shy wordt eindeloos gepingpongd. Halverwege lijkt Max Porter een gebruiksaanwijzing verstopt te hebben voor de lezer: 'De nacht is een zich voortslepende reeks flikkerende geheugenflarden zonder kop of staart, alsof hij aan het trippen is, maar hij is zo nuchter als wat, hij sjokt gewoon voort en laat zijn herinneringen stromen.' Zo moet je deze vertelling dus lezen: intuïtief. Associatief. Op goed geluk.
Shy kent twee manieren om het pingpongballetje weer rustig te krijgen: de roes van een joint en de bonkende beats van de hoekige, stuiterende drum&bass die zelfs de luidste roepers onder zijn schedel overstemmen. Enfin , nu en dan, want Shy's verdriet om zijn eigen onverklaarbare gedrag is bodemloos. Tijdens zijn nachtelijke ontsnapping uit Laatste Kans herinnert hij zich een gloedvolle scene waarin zijn moeder een hoofdrol speelt. Haar mededeling dat ze in onbruik geraakt speelgoed van hem wegschonk, ontketende in zijn hoofd een 'geomagnetische storm' en pas op het moment dat die ging liggen, keek hij op en 'schoten er zwarte wormen door zijn blikveld en wist hij niet meer waarom hij zo boos was'.
Sprookjesachtig
Naar het einde toe tilt Porter de volgens de regels van de kunst samengestelde karaktertekening van zijn titelpersonage op tot een hoger niveau. Sprekende dassen duiken op en er is de vreemde maar troostrijke verschijning van een meisje. Die elementen maken het verhaal sprookjesachtiger en romantischer, en tegelijk ook empathischer en meer doorleefd. Want net in die sprookjesachtige passages komt Shy écht tot leven, daar waar hij tot dan in de eerste plaats gewoon voldeed aan literaire verwachtingen.
De Brit Max Porter is de veelvuldig gelauwerde auteur van enkele gebalde romans. De internationale bestseller Verdriet is het ding met veren werd alom geprezen voor zijn tegelijk rauwe en tedere poëtische spankracht. Net als de hoofdpersonages in dat debuut mag het personage Shy zich op het laatst toch nog onderdompelen in een bad van authenticiteit.
Shy is een getroebleerde puber met typische puberproblemen en bijhorend pubergedrag. Om tegenwicht te bieden aan zijn aanhoudende onzekerheid rookt hij als een turk en verliest hij zich het liefst in de knetterende beats die zijn koptelefoon uitbraakt. Hij wil veel en alles tegelijk: een tattoo, gezelschap, een groeischeut, een auto, gezichtsbeharing, een vriendin en… seks. Echte seks. Dat laatste heeft hij nog niet gehad, omdat zijn erecties altijd op het verkeerde moment lijken te komen. Pubers …
Minder typisch zijn de stemmingswisselingen waaraan hij soms haast ten onder gaat. Shy leeft in Laatste Kans, een tehuis voor moeilijk opvoedbare jongeren, want hij heeft zichzelf even vaak niet als wel in de hand. Laatste Kans draagt een dubbele lading: niet alleen is de toekomst van de instelling hoogst onzeker, de jongeren die er hun dagen slijten, beseffen maar al te goed dat de naam ook op hen slaat: hun verblijf in de instelling is de allerlaatste kans op een normaal leven later. Later, wanneer dat ook mag zijn. En normaal, wat dat ook mag inhouden.
Shy wordt aangekondigd als een verhaal van een paar opmerkelijke uren uit het leven van een tiener die de nacht in wandelt en luistert naar het stemmenorkest in zijn hoofd: de kijvende stemmen van zijn leraren, de ongeruste stem van zijn moeder, het gekwetter van de mensen die hij pijn heeft gedaan én van de mensen die van hem proberen te houden. De novelle leest als een danteske afdaling in het gevoelsleven van een puber die gebukt gaat onder tal van opgekropte gevoelens (woede, onbehagen, frustratie, tomeloos verdriet) en van de weeromstuit zijn leven en zichzelf radicaal in vraag stelt.
Flarden
Verwacht nevenschikkingen, parallelle observaties en associaties - alles door en naast en over elkaar, ook binnen de zinnen zelf. In de hersenpan van Shy wordt eindeloos gepingpongd. Halverwege lijkt Max Porter een gebruiksaanwijzing verstopt te hebben voor de lezer: 'De nacht is een zich voortslepende reeks flikkerende geheugenflarden zonder kop of staart, alsof hij aan het trippen is, maar hij is zo nuchter als wat, hij sjokt gewoon voort en laat zijn herinneringen stromen.' Zo moet je deze vertelling dus lezen: intuïtief. Associatief. Op goed geluk.
Shy kent twee manieren om het pingpongballetje weer rustig te krijgen: de roes van een joint en de bonkende beats van de hoekige, stuiterende drum&bass die zelfs de luidste roepers onder zijn schedel overstemmen. Enfin , nu en dan, want Shy's verdriet om zijn eigen onverklaarbare gedrag is bodemloos. Tijdens zijn nachtelijke ontsnapping uit Laatste Kans herinnert hij zich een gloedvolle scene waarin zijn moeder een hoofdrol speelt. Haar mededeling dat ze in onbruik geraakt speelgoed van hem wegschonk, ontketende in zijn hoofd een 'geomagnetische storm' en pas op het moment dat die ging liggen, keek hij op en 'schoten er zwarte wormen door zijn blikveld en wist hij niet meer waarom hij zo boos was'.
Sprookjesachtig
Naar het einde toe tilt Porter de volgens de regels van de kunst samengestelde karaktertekening van zijn titelpersonage op tot een hoger niveau. Sprekende dassen duiken op en er is de vreemde maar troostrijke verschijning van een meisje. Die elementen maken het verhaal sprookjesachtiger en romantischer, en tegelijk ook empathischer en meer doorleefd. Want net in die sprookjesachtige passages komt Shy écht tot leven, daar waar hij tot dan in de eerste plaats gewoon voldeed aan literaire verwachtingen.
De Brit Max Porter is de veelvuldig gelauwerde auteur van enkele gebalde romans. De internationale bestseller Verdriet is het ding met veren werd alom geprezen voor zijn tegelijk rauwe en tedere poëtische spankracht. Net als de hoofdpersonages in dat debuut mag het personage Shy zich op het laatst toch nog onderdompelen in een bad van authenticiteit.
Vertaald door Saskia van der Lingen, De Bezige Bij, 128 blz., € 21,99.
Verberg tekst