Het lijkt wel of de stroom publicaties over de Eerste Wereldoorlog nooit opdroogt. Ook Jean Echenoz laat in14 de strijd weer opflakkeren. Niet dat het boek geschreven is om mee te surfen op de herdenkingsgekte. Het origineel verscheen al in 2012, maar werd nu pas in het Nederlands vertaald. 'Dat ...
Het lijkt wel of de stroom publicaties over de Eerste Wereldoorlog nooit opdroogt. Ook Jean Echenoz laat in14 de strijd weer opflakkeren. Niet dat het boek geschreven is om mee te surfen op de herdenkingsgekte. Het origineel verscheen al in 2012, maar werd nu pas in het Nederlands vertaald. 'Dat alles is al duizend keer beschreven, dus misschien is het niet de moeite om nog langer stil te staan bij die smerige, stinkende opera', bedenkt de verteller. Want net als zo'n muziekdrama is een oorlog 'overweldigend, pompeus, buitensporig, vol langdradige passages', maakt hij 'veel lawaai en is hij op den duur nogal saai'. Dat kan gelukkig niet gezegd worden van deze compacte roman. Zelden werd een oorlog in zo'n kort bestek uitgevochten.
Doorgaans inspireert de Eerste Wereldoorlog romanciers tot boeken van lange adem, in de trant van Het vuur van Henri Barbusse,Houten kruisen van Roland Dorgelès,Oorlogsroes van Ernst Jünger of Van het westelijk front geen nieuws van Erich Maria Remarque. Bij Echenoz krijgt de grote wereldbrand zijn beslag in ruim honderd spaarzaam bedrukte bladzijden. In een vloek en een zucht is het allemaal voorbij. Eigenlijk is zo'n ernstig, bloederig onderwerp niets voor de Franse schrijver, die bekendstaat om zijn luchtige toon en zijn speelse geest. De jongste jaren verdiepte hij zich in de lotgevallen van de componist Maurice Ravel, de atleet Emil Zàtopek en de uitvinder Nikola Tesla, maar na Ravel, Hardlopen en Flitsen heeft hij de beroemdheden verruild voor de Fransman met de pet.
Stormklok
In de openingsbladzijden verheugt het personage zich op eenvoudige genoegens als een eindje fietsen en een stukje lezen. Die onschuldige bezigheden wil Anthime op een zonnige zomerdag gaan verrichten, maar de mobilisatie steekt daar een stokje voor. De wind waait plots uit de verkeerde hoek. Letterlijk. Er steekt een felle windvlaag op, waarna de stormklok begint te luiden. Anthimes boek valt van zijn bagagedrager en waait open bij een hoofdstuk met als titel 'Aures habet, et non audiet'. Dat moet allicht Quatrevingt-treize van Victor Hugo zijn, waarin eveneens een stormklok wordt geluid. Maar dit terzijde.
De oorlog is hooguit een kwestie van veertien dagen, denkt iedereen, maar Anthime is daar nog niet zo zeker van. Samen met zijn vrienden, de slagersjongen Padioleau, de vilder Bossis en de zadelmaker Arcenel, wordt hij naar de Ardennen gestuurd. Hetzelfde lot is weggelegd voor Charles, onderdirecteur in de schoenenfabriek waar Anthime boekhouder is, en zijn rivaal in de liefde. Allebei dingen ze naar de hand van Blanche, de dochter van de fabriekseigenaar. De auteur pendelt heen en weer tussen het Ardense front en het thuisfront, waar Blanche een bezoekje brengt aan de huisarts en een buitenechtelijke dochter ter wereld brengt. Drie van zijn makkers zullen het niet kunnen navertellen. Exit Charles, exit Arcenel en exit Bossis, die op plastische wijze door een granaatscherf met zijn maag aan een steunbalk wordt gespietst. Padioleau wordt blind na een gifgasaanval. Voor onze held is de oorlog na welgeteld vijfhonderd dagen voorbij. Een granaatscherf, 'kort als een naschrift', rukt zijn rechterarm af, tot grote afgunst van zijn strijdmakkers. De verrassende ontknoping wordt in amper twee zinnen afgehaspeld.
Soundtrack
Jean Echenoz is een stilist in hart en nieren, met oog voor de pietepeuterigste details. De gruwel van het slagveld is voor hem vaak aanleiding om de lezer allerlei wetenswaardigheden bij te brengen. Dat een verloren arm een gewichtsverlies van drieënhalve kilo vertegenwoordigt. Dat vliegtuigen, die nooit eerder voor militaire doeleinden waren gebruikt, eerst alleen voor verkenningsmissies werden ingezet. Of dat Franse dorpen schatting betaalden om niet te worden gebombardeerd. De complete inhoud van een soldatenransel wordt over anderhalve bladzijde geëtaleerd, iedere verandering in het reglementaire tenue wordt beschreven en zelfs het dierenleed in oorlogstijd komt uitgebreid aan bod. Een heel hoofdstuk is gewijd aan een taxonomie van fok- en gebruiksdieren, huis-, gezelschaps- en sierdieren, onder de wapens gebrachte dieren en randgevallen 'waar niemand precies van weet waarom ze ooit oneetbaar zijn verklaard'. Ook die informatieve passages zijn stilistisch tot in de puntjes gesoigneerd.
De soundtrack bij dit uitgepuurde, filmische proza is de basso continuo van het kanongebulder op het slagveld. Het lawaai en de stank worden beschreven alsof u er zelf bij was. De lezer ziet moeiteloos voor zich hoe de infanterie chargeert op de tonen van de Marseillaise, terwijl de regimentsfanfare speelt 'zonder de minste valse noot, waarna, juist toen ze de maat herhaalden waarin het bloedige vaandel wordt geheven, de fluit en de alt dood neervielen'. De grote oorlog van de kleine man wordt beschreven in magistrale, trefzekere, ritmische zinnen, waarin geen woord te veel staat.
JEAN ECHENOZ
14.
Vertaald door Martin de Haan, De Geus, 126 blz., 15,95 ? (e-boek 12,99 ?). Oorspronkelijke titel: '14'.
De auteur: kreeg in 1999 de Prix Goncourt voorJe m'en vais. De voorbije jaren verdiepte de schrijver zich in Maurice Ravel, Emil Zátopek en Nikola Tesla.
Het boek: Het verhaal van Anthime, een doodgewone Fransman die onder de wapenen wordt geroepen.
ONS OORDEEL: puntgaaf, uitgepuurd proza, waarin geen woord te veel staat.
¨¨¨¨¨
Verberg tekst